Kobudo

Oorsprong

Kobudo is een verzamelnaam van de klassieke wapenkunst van het Ryukyu-eiland Okinawa (sinds 1879 een eiland van Japan).  Kobudo is als wapenkunst voortgekomen vanuit de de Aji (de adel). Technieken werden veelal overgenomen van Chinese handelsreizigers waaronder zich veel ex-dienstplichtigen en oorlogsveteranen van het Chinese keizerrijk bevonden. Zoals ook het Okinawaanse karate sterk is beïnvloed door het Chinese Wushu (Kung-Fu), zo geldt dus hetzelfde voor de Okinawaanse wapenkunst Kobudo. Lange tijd heeft men gedacht dat de Okinawaanse karateka in vroegere tijden met lege handen vochten, maar dit bleek historisch incorrect te zijn. 

Verschillende wapens

Ook kwam karate niet van de boerenbevolking zoals lange tijd werd beweerd. Het waren de peichin (lijfwachten van de koning) die zowel het karate als het kobudo ontwikkelden en beoefenden. Doordat de Japanse Satasuma-clan de Okinawanen streng had verboden om wapens te dragen, trainden de peichin met werktuigen van boeren, vissers en molenaars. Okinawa werd pas laat in de 19e eeuw bij Japan getrokken en vormde tot dan een geheel eigen koninkrijk. Enkele voorbeelden van Ryukyu Kobudowapens zijn de bo (180 cm lange stok), de sai (drietand waarvan de middelste tand langer is dan de twee andere, de nunchaku (twee stokken die door middel van een touw- of kettingverbinding aan elkaar verbonden zijn, de kama (een sikkelwapen dat doorgaans in paarvorm werd gebruikt), de tonfa (een 45 cm. lang stokwapen dat doorgaans in paarvorm wordt gebruikt), een jo (1,20 m. lange stok), een hanbo (1 m. lange stok), surujin (lang koord met twee gewichten aan het uiteinde), san setsu kon (driedelige staf met een kettingverbinding), jiffa (haarspelden), tinbé (schild), rochin (korte speer), tekko (boksbeugels), eku/kai (roeispaan).

Waarom trainen met wapens?

Evenals in de tijd van de peichin gelden vandaag de dag nog steeds zeer strenge wapenverboden. En maar goed ook. Ook in deze tijd horen we nog regelmatig schrikbarende verhalen over personen die door wapengeweld om het leven zijn gekomen. Om deze reden wordt het kobudo als verdedigingskunst vandaag de dag nog steeds in leven gehouden. Het zogenaamde “eerlijke gevecht” heeft namelijk nooit echt bestaan. Indien een man met een lengte van 2 meter en een gewicht van 120 kilo (persoon 1) het tegen een man opneemt die slechts 1.68 m. lang is en 68 kilo weegt (persoon 2), dan is alle eerlijkheid al bij voorbaat verdwenen. Dergelijke ongelijke gevechten worden van oudsher wel vaker beslist met wapens. Want wie is er nu werkelijk laf? Persoon 1 die persoon 2 moedwillig tot zijn slachtoffer wil maken? Of persoon 2 die zich ongevraagd en op alle mogelijke wijze tracht te verdedigen in een ongelijke strijd tegen persoon 1? Ieder mens heeft het volste recht om zichzelf en zijn naasten op iedere mogelijke manier te beschermen tegen geweld. Een training in kobudo leert de beoefenaars niet alleen om letterlijk alles in zijn omgeving als wapen te leren herkennen en gebruiken, maar het maakt hen ook minder angstig voor wapens die tegen hen worden gebruikt. Ook worden de reflexen van een persoon vele malen scherper, wordt de pijngrens aanzienlijk verhoogd en nemen inzichten in ongewapende technieken en tactieken enorm toe. Feitelijk gezien ligt een training met wapens in het verlengde van iedere serieuze beoefening van de krijgskunsten.

Trainingen

In onze club is het Kobudo een onderdeel van het ShorinRyu Karate. Het wordt in aparte lessen getraind zodat enkel de leden die hier echt geïnteresseerd in zijn er zich kunnen in verdiepen. Deze lessen gaan door iedere donderdag in de dojo van onze zusterclub Seigyo. Deze zijn gratis voor onze leden maar alleen toegankelijk vanaf 16 jaar of groene gordel karate. Iedere lid die aan deze lessen wil deelnemen dient dit eerst te bespreken met sensei Pieter en moet zelf de nodige wapens bekostigen. Momenteel is dit enkel nog de BO, TONFA en de SAI, die je via de club kan aankopen voor €85.

BO

Bo is een zes-voet lange stok, soms taps aan beide uiteinden. Het werd misschien ontwikkeld van een agrarische tool genaamd een tenbin: een stok geplaatst over de schouders met manden of zakken vast gebonden op beide uiteinden. De bo werd mogelijk ook gebruikt als het handvat voor een hark of een schop. De bo, samen met kortere variaties zoals de jo en Hanbo kan ook zijn ontwikkeld vanuit wandelstokken gebruikt door reizigers, vooral monniken. De bo wordt beschouwd als de 'koning' van de Okinawa wapens. De bo is de vroegste van alle Okinawa wapens (en effectief één van de vroegste van alle wapens in de vorm van een basis wapen), en wordt traditioneel gemaakt van rode of witte eik.

SAI

De sai is een drieledige wapenstok soms ten onrechte beschouwd als een variatie op een instrument dat wordt gebruikt om groeven in de grond te creëren. Dit is hoogst onwaarschijnlijk omdat metaal op Okinawa op dat moment schaars was en een stok zou dit doel meer naar tevredenheid hebben gediend voor een gewone arme Heimin. De sai lijkt vergelijkbaar met een kort zwaard, maar heeft geen snijkanten en het einde is traditioneel stomp. Het wapen was van metaal voor de truncheon klasse met een lengte afhankelijk van de onderarm van de gebruiker. De twee kortere tanden aan weerszijden van de hoofdas worden gebruikt voor het vangen (en soms breken) van andere wapens zoals zwaard of bo. Een vorm die bekend staat als Nunti sai, soms Manji sai (vanwege zijn uiterlijk lijkt op de swastika kanji) heeft twee kortere tanden in tegengestelde richtingen, met een andere monouchi in plaats van een greep.

TONFA

De tonfa kan zijn ontstaan als het handvat van een molensteen, gebruikt voor het malen van graan. Het wordt traditioneel gemaakt van eik en kan worden gegrepen door de korte loodrechte handgreep of door langere hoofdas. Zoals bij alle Okinawa wapens, weerspiegelen vele vormen "lege hand" -technieken. De tonfa wordt gemakkelijker herkend door zijn moderne ontwikkeling in de vorm van de politie Side-handvat stokje, maar veel traditionele tonfa technieken verschillen van side-handvat stokje technieken. Zo worden tonfa vaak gebruikt in paren, terwijl side-handle knuppels algemeen niet.

Nohara Sensei

Hanshi Nohara is een gepensioneerde ambtenaar van de prefectuur Okinawa. In 2008 heeft Hanshi Nohara een boek uitgegeven met als titel "The Transformation of Tiy of Okinawa Traditional Karate”. Dit boek geeft de evolutie weer van het Okinawa-te naar het moderne karate. Hanshi Nohara bestudeert ook de culturele dansen van Okinawa, waar hij de Shuri-te methoden uit de dansen analyseert. Hanshi Nohara geeft persoonlijk onderricht en begeleiding aan de dojoleiders lid van de organisatie en dit om het behoud te garanderen van Shorinryu karate als een levendige en betrouwbare krijgskunst, een krachtige methode tot zelfontwikkeling en een echt cultureel erfgoed van de Ryukyu-eilanden (Okinawa). De Ryukyukan (of Ryukyu Organisatie) heeft een directe historische link tot de originele Shuri-te, en behoudt de originele vorm van deze karate via Kata (Karate stijloefeneningen).